Het was een koude morgen, midden in de winter. De verloskundige had zojuist een zwangere mevrouw aangemeld voor de bevalling.

Bij de telefonische overdracht meldde de verloskundige dat mevrouw 5 cm ontsluiting had en voegde er aan toe dat we aan die ontsluiting vooral niet moesten twijfelen. We snapten op dat moment niet helemaal waarom ze daar zo de nadruk op legde, maar maakten ons klaar om mevrouw te ontvangen.

Bij de balie stond een breed lachende mevrouw die ons terloops vertelde dat ze de afstand tussen het centrum en het geboortecentrum lopend had afgelegd. Stomverbaasd keken wij de mevrouw aan, iemand met 5 cm ontsluiting heeft meestal niet meer de neiging om breeduit te lachen, laat staan nog een paar kilometer te lopen. Ineens snapten wij de opmerking van de verloskundige dat we echt niet aan haar observatie moesten twijfelen.

We namen mevrouw mee naar de geboortekamer en gingen er vanuit dat mevrouw nu wel meer in zichzelf gekeerd zou raken. Niets was minder waar. Met haar man at ze smakelijk van de maaltijd die ik had klaargemaakt. En hoewel ik haar vertelde dat het fijn voor haar kon zijn als ze meer haar rust zou nemen, stopte ze zelfs tijdens de weeën niet met het vertellen van leuke verhalen.

Ruim een uur later en 3 cm ontsluiting verder kwam de verloskundige de controles doen. Ook haar verbazing was groot toen zij een nog steeds vrolijk lachende en pratende kraamvrouw aantrof.

Toen de vrouw het iets moeilijker kreeg en niet meer praatte tijdens een wee, hielden de anderen in de bevalkamer ook hun mond. Ik kon eindelijk schitteren in mijn rol: beetje masseren, leren puffen, afleiden. Maar dat dit niet de bedoeling was, bleek toen mevrouw wild wapperend met haar handen aangaf dat wij vooral door moesten praten.  Het leidde mevrouw af van de pijn en ze vond het fijn om naar mijn stem te luisteren.

Alsof we in een talkshow zaten stelden haar man en ik elkaar allerlei vragen, we leken wel een stel journalisten. In minder dan geen tijd wisten we zoveel van elkaar, we kregen gewoon een band met z’n drieën.

Tot 10 cm zijn we doorgegaan met praten en toen werd hun dochtertje geboren. Een meisje dat net zo relaxed was als haar ouders. Voor de smoorverliefde ouders legde ik met wel 60 foto’s alle ontroerende momenten vast. We namen afscheid alsof we elkaar al jaren kenden.

Blij, ontroerd en tevreden ging ik daarna naar huis en wist: dit zijn de krenten in de pap, hier doe ik het voor!